?Wat ziet u in deze vlek?? Het is de testvraag van een van de meest beroemde psychologische tests: de Rorschach-test, ook wel de inktvlekkentest genoemd. Durf je het aan?
De Rorschachtest werd in 1921 ontwikkeld door de Zwitserse psychiater Hermann Rorschach. De oorspronkelijke test bestaat uit tien afbeeldingen van symmetrische inktvlekken, deels in zwart-wit, deels in kleur.
Rorschach (1884-1922) was directeur van een psychiatrische inrichting in Herisau. Hij ontwikkelde zijn test dan ook in eerste instantie voor de diagnostiek van psychiatrische ziektebeelden.
Hoe kwam Rorschach aan het idee voor zijn test? Zelf verwees hij graag naar geniale voorlopers als Leonardo da Vinci, die als een van de eerste de betekenis van vlekken zou hebben ingezien. Net als veel andere tests had de Rorschach echter ook een persoonlijke achtergrond.
Naar verluidt luisterde Rorschach in zijn studententijd naar de bijnaam ‘Klex’, een verbastering van ‘Klecks’, wat zoveel betekent als klad of vlek. Mogelijk had hij deze naam te danken aan zijn fascinatie voor de Klecksografie, een negentiende-eeuws gezelschapsspel dat gebaseerd was op inktvlekken.
Anders dan vaak gedacht wordt, ging het Rorschach niet in de eerste plaats om de inhoud van de antwoorden (of ‘duidingen’, zoals het in vakjargon heet). Veel belangrijker vond hij de zogenaamde formele kenmerken van de duidingen. Dit zijn de principes die ook in de demonstratietest centraal staan:
- Heeft de duiding betrekking op de hele vlek of op een gedeelte ervan?
- Speelt kleur een belangrijke rol in de duiding?
- Is er sprake van bewegende of van statische figuren?
- Komen in de duiding menselijke figuren voor?
Bij een volledige interpretatie van de Rorschach komt veel meer kijken. In de eerste plaats worden veel meer antwoordkenmerken meegewogen ¯ bijvoorbeeld het ‘niveau’ van de duidingen, de vraag of er sprake is van ‘ruimtelijke diepte’ in de duiding, en ook de snelheid van het antwoord.
In de tweede plaats worden de kenmerken niet alleen afzonderlijk bekeken, maar speelt ook de combinatie en onderlinge samenhang een belangrijke rol. Zo hebben menselijke bewegingsantwoorden een andere betekenis dan niet-menselijke bewegingsantwoorden.
In de derde plaats zijn vooral latere psychologen veel meer waarde gaan hechten aan de inhoud van de duiding. Freuds psychoanalyse vormt daarbij vaak een belangrijke inspiratiebron. De ‘scoring’ van afzonderlijke kenmerken is wat dit betreft maar het halve werk: zij wordt gevolgd door een samenvattende interpretatie, waarin alle afzonderlijke kenmerken worden geïntegreerd in een samenhangend persoonlijkheidsbeeld.
Bij dit alles zijn Rorschachianen het overigens lang niet op alle punten met elkaar eens: er zijn diverse verschillende ‘scoringssystemen’ in gebruik.
De Rorschachtest wordt tot op de dag van vandaag veel gebruikt, vooral in de psychiatrie en de geestelijke gezondheidszorg. Sinds de jaren vijftig is er echter ook sprake van een groeiend leger tegenstanders van de test. Wat dit betreft valt de geschiedenis van de test samen met die van de andere projectietests.