Wat is oplossingsgerichte therapie?

  • Mickey

    Zet je speakers aan:

    http://video.google.com/videoplay?docid=5097579550388401838&ei=sJehSJ7fGYeAjgLblo3RDw&q=solution+focused+therapy&vt=lf&hl=nl

  • Mickey

    OPLOSSINGSGERICHTE PSYCHOTHERAPIE

    1 Uitgangspunten

    In de meeste therapieën wordt veel tijd en energie gestoken in het nauwkeurig in kaart brengen van iemands problemen en het zoeken naar oorzaken –in het verleden van de cliënt, in zijn huidige leefomstandigheden of in zijn eigenschappen, neigingen en gewoontes. Al naargelang het theoretisch kader van de therapeut wordt vervolgens een therapieplan ontwikkeld om een veranderingsproces op gang te brengen.

    De oplossingsgerichte therapie ziet echter niets in deze aanpak en slaat een uitputtende probleemanalyse doelbewust over. Volgens deze therapie is het niet nodig precies te weten hoe de problemen ontstaan zijn, maar moet de cliënt zich vanaf het begin concentreren op de – nu nog fictieve –situatie waarin zijn problemen zijn opgelost: hoe ziet het leven er dan uit, wat zijn de kenmerken, wat denk je dan, hoe voel je je, wat doe je dan?

    En heb je in het verleden wel eens een situatie meegemaakt die er een beetje op leek? Wat gebeurde er dan, hoe ontstond die situatie, wat deed je zelf? Uitgangspunt is dat de cliënt op deze manier geprikkeld wordt zich concreet en gedetailleerd voor te stellen hoe het ook anders, beter kan, en dat hij aangesproken wordt op zijn eigen oplossingsvaardigheden om de gewenste situatie te bereiken. Daarvoor is een inzicht in zijn problemen niet per se noodzakelijk. Ook is het praten over oplossingen prettig en goed voor het moreel, het verhoogt de gemotiveerdheid om iets te doen.

    De therapie is toekomstgericht; de cliënt bedenkt zelf wat de gewenste veranderingen zijn en creëert daarmee voor zichzelf in zijn beleving een realiteit die binnen zijn mogelijkheden ligt. Belangrijk is dat hij ervaart dat het veranderingen in zijn eigen houding en gedrag zijn die zijn eigen situatie kunnen verbeteren.

    De therapeut concentreert zich op het op gang houden van oplossingsgerichte conversatie: hij benadrukt de competentie, vraagt naar specifieke voorbeelden van situaties waarin de cliënt zonder klachten was en naar specifieke gedragingen die daartoe bijdroegen en negeert uitweidingen over het probleem zelf, verwijten aan anderen of oplossingen die buiten de cliënt liggen. De therapeut helpt de cliënt ook realistische doelen te stellen en te focussen op één doel tegelijk.

    2 Werkwijze korte oplossingsgerichte therapie

    De therapeut vraagt je uit te leggen hoe hij je kan helpen. Na je uitleg van je huidige problemen zal de volgende vraag zijn: ‘Wat zou je willen veranderen?’ Meestal lokt dat een stroom van wensen uit, zoals: dat mijn kinderen doen wat ik zeg, dat mijn partner meer thuis is, dat ik wat minder snel opgefokt raak, dat ik op mijn werk gerespecteerd word. Vervolgens stelt de therapeut voor één aspect nader te bekijken. Maar in plaats van dieper op je probleem in te gaan, kan hij bijvoorbeeld vragen: ‘Beschrijf eens een dag dat je er geen last van zou hebben, hoe zou die er uitzien?’ Of: ‘Hoe zou je aan jezelf merken dat je klachten verminderen?’ Alle vragen van de therapeut zijn oplossingsgericht. Ook maakt hij gebruik van de volgende opdrachten:

    • Zoek de uitzondering: is er een situatie geweest dat de kinderen wel deden wat je vroeg? Hoe kwam dat? Wat deed je toen?

    • Zoek naar je eigen kracht. Hoe kwam het dat je in die periode het minder erg vond dat je partner een maand weg moest?

    • De wondervraag: Stel dat er ‘s nachts als je slaapt een wonder gebeurt waardoor je probleem dat je hier bracht, is opgelost. Maar je weet niet dat het wonder heeft plaatsgevonden. Wat zal er ’s morgens bij het wakker worden anders zijn, waardoor je kunt zien dat er een wonder gebeurd is en dat je problemen verdwenen zijn? Het antwoord geeft een duidelijk beeld van wat je wilt veranderen en wat je er zelf aan zou kunnen doen om dat doel te bereiken.

    • Cijfers geven. Stel dat je je eigen situatie vlak na dat wonder was gebeurd, een 10 zou geven, en de situatie waarin je het meest last had van je klachten een 0. Hoe voel je je nu op de schaal van 0 tot 10? Schaalvragen kunnen ook gesteld worden over deelonderwerpen over zelfvertrouwen of je geloof in de mogelijkheid tot verandering.

    • Vaak wordt in het eerste gesprek al op een positieve verandering gewezen: ‘Stel dat je depressieve gevoelens toen je met mij een afspraak maakte het cijfer 0 krijgen, en de toekomst zonder depressiviteit het cijfer 10, waar op deze schaal van 0 tot 10 zet je je vandaag?’ Meestal ligt de cijfer rond de 5, een vooruitgang die geheel op conto van jezelf geschreven kan worden.

    Elke sessie eindigt ermee dat de therapeut feedback geeft, je complimenteert met je vorderingen, en je huiswerkopdrachten mee geeft voor de volgende keer.

    http://www.nikto.nl/voorbeeld-M.htm