Het Rode Boek van C.G. Jung lag tientallen jaren in een Zürichse bankkluis; Jung had het nooit bedoeld voor publicatie. Maar toen het in 2009 wereldkundig werd, noemde de New York Times het prompt ‘de graal van het onbewuste’. Achtergronden worden besproken op het symposion dat de Stichting Rozenkruis organiseert op zondag 15 juni.
Het Rode Boek is een logboek, Jungs zoektocht naar zijn ziel, een uniek reisverslag van alles wat C.G. Jung op die vervaarlijke tocht in het innerlijk meemaakt.
In een tijd dat heel Europa in een diepe duisternis is ondergedompeld (1914-1918), is hij zelf ten prooi aan een zware identiteitscrisis. Het Rode Boek vormt daarop zijn eigen persoonlijk antwoord.
Terwijl hij in het totaal geïsoleerde Zwitserland verblijft, noemt Jung de oude gnostici zijn enige vrienden. Het laatste gedeelte van het Rode Boek bevat ‘De zeven Sermoenen tot de Doden’, wat hij schrijft onder het pseudoniem van de gnostieke leraar uit de eerste eeuw: Basilides.
Sprekers
Hugo Van Hooreweghe is aan de Radboud Universiteit van Nijmegen gepromoveerd op het werk van Jung. In zijn proefschrift toont hij de verbanden aan die Jungs werk heeft met de gnostieke onderstroom van de westerse christelijke cultuur.
Drs. Karen M. Hamaker-Zondag geeft onderricht in astrologie en symbolische psychologie op basis van de psychologie van C.G. Jung, Ze schreef meer dan 35 boeken.
Moderator: Mari Vrijhof
Datum: zondag 15 juni
Tijd: 14.00 - 17.00 uur
Kosten: 20 euro
Locatie: Teylers Museum, Spaarne 16 Haarlem
Inschrijven: Stichting Rozenkruis